“De bedotte Kees”, ets met gravure vervaardigd door een anonieme kunstenaar in 1787. Later met de hand gekleurd. Afm.: ca. 19,7 x 14,8 cm.
Hier bespotten de orangisten de patriotten vanwege het niet opdagen van Franse hulp en het opmarcheren van de Pruissen. De keeshond (patriotten werden kezen genoemd) in uniform laat z’n schouders hangen en houdt zijn geweer zo dat de Franse haan er over naar boven klimt en de hem een bril op de neus zet.
Op de grond liggen vier proclamaties over verwachte Franse steun: “Alliantie met Frankrijk”, “Delfsche Declaratoir”, “Lyst van de Fransche hulptroepen te Givet” [die dus nooit kwamen] en “Defensie der Stad Utrecht door den Rhijn-Graaf Salm”. Over dat laatste: de Rijngraaf van Salm was hoofd van de patriotse milities in Utrecht, maar vlucht als in september 1787 een Pruisisch leger de stad in trekt.
Onder een de voorstelling een (hier hertaalde) verklarende vers:
“Wel Kees, wat ben je fijn bedot!
Daar sta je dan voor Piet Snot,
te kijken naar uw plannen en helden,
Het een en ander was schelmerij [=bedrog];
u bracht u zelf en het land in lij [=gevaar].
Dat men u al te vaak voorspelde.
Steek uw neus uit, kijk door deze bril,
het volkje van de vrije wil.
Zweer dat deze fijn geslepen glazen,
met al uw helden en haar plans [=plannen],
gefabriceerd zijnde op z’n Frans.
Ja kees, de Fransen zijn in het plannen smeden bazen [=maar ze doen dus niet wat ze beloven].”
Literatuur: Frederik Muller “Nederlandsche historieplaten” (1863-1882), nr. 5015.
Prijs: VERKOCHT