Vijf tulpen, kopergravure naar het ontwerp van Daniel Rabel (1578-1637) uit het bij de “Histoire Generale des Insectes de Surinam et de Toute L’Europe” horende derde deel ”qui traite des plus belles fleurs, telles que des plantes bulbeuses, liliacées, caryophillées &c”, uitgegeven te Parijs door Louis Desnos in 1771. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 34,5 x 21,8 cm.
Het florilegium waaruit dit blad afkomstig is, bevat de meest decoratieve bloemen die voor 17e-eeuwse tuinen beschikbaar waren. De platen waren getekend ‘naar de natuur’ en vermoedelijk gegraveerd door Emanuel Sweerts (1552-1612).
We zien de volgende soorten:
- Tulp met witte bloemen, rode variatie
- Tulp met gele bloemen, variatie vermiljoenrood
- Tulp met witte bloemen, paarse variatie, met grote bloemen
- Gele tulp, met dieprode variatie en puntige bloembladeren
- Gele, neigend naar witte tulp, met rode pluimen.
De Leidse botanicus Carolus Clusius kreeg in 1593 tulpenzaden van de gezant van de Zuidelijke Nederlanden aan het Ottomaanse hof. Clusius deed onderzoek naar de vlammen en strepen in tulpenbloemen. (Hij legde daarmee de basis voor de Nederlandse bollenteelt en tulpenveredeling.) Uit de Hortus Botanicus werd een aantal tulpen gestolen en zes oogsten later – een tulp komt in zeven jaar tot wasdom – was het verzamelen van tulpen een rage geworden.
De mooiste en meest gevraagde tulpen waren levendig van kleur en hadden strepen en vlammen op de bloembladen. Bijzondere patronen en vormen van tulpen zijn niet altijd overerfbaar. Vooral de zeldzame exemplaren waren uiterst populair. Er waren honderden tulpenrassen bekend. Het was moeilijk ze uit elkaar te houden en er was nogal eens onenigheid over de vraag tot welk ras een bloem precies hoorde. Ook omdat de bloeitijd van tulpen in het voorjaar slechts enkele weken bedroeg en de bloeiperiode van eind maart tot medio mei liep, verschenen tulpenboeken waarin gekleurde tulpentekeningen stonden. Meestal afgebeeld als enkelvoudige tulpen, uitgevoerd in aquarel, soms ook als gouache of een combinatie van deze technieken.
De 17de eeuwse Hollandse tulpengekte waarin met speculatie vermogens werden verdiend en verloren, betekende niet het einde van de teelt en de handel in tulpen. Evenmin als de belangstelling er voor. Vorsten en presidenten maakten bij een bezoek aan Nederland graag een uitstapje naar het tulpenrijk dat zich aanvankelijk rondom Haarlem concentreerde.
Menig kunstenaar heeft dan ook sinds de 17de eeuw de zo geliefde en zo bewonderde tulp vastgelegd.
Prijs: VERKOCHT