Serie van de twaalf maanden, kopergravures vervaardigd door Martin Engelbrecht, eerste helft 18de -eeuw. Later met de hand gekleurd. Afm. elk ca. 30,7 x 40,7 cm.
Martin Engelbrecht (1684 – 1756) werkte met zijn broer Christian in de baroktijd in het zuid Duitse Augsburg als graveur en uitgever van kunst. Engelbrecht graveerde voornamelijk ornamentprenten en stadsgezichten. Er wordt geschat dat zijn oeuvre meer dan 3000 prenten omvat. In 1719 ontving Engelbrecht een keizerlijk privilege om zijn werk te beschermen tegen illegaal kopiëren.
De voorstellingen van de maanden zijn telkens voorzien van een tekst in het Latijn en Duits. Zo wordt bij januari verteld “Kann der Holländer nicht die off[e]ne See beschiffen, bind[e]t er die Schlittschu[h]e an und wagt sich auf das Eis“. Bij februari gaat het over carnaval. In maart begint men de wijnstokken omhoog te binden, al kan het nog wel flink regenen. In april is alles groen en staat in bloei, de tuinman moet hard werken. In mei ontvlamt de liefde, die voorheen nog koud was als ijs en gaat men bootje varen. De liefelijkheid van het voorjaar moet wijken in juni, bloemenpracht streelt immers slechts het oog. Het zaaigoed ziet er inmiddels eetbaar uit en zachte schapen geven ons wol. In juli staan de weilanden vol bloemen waaraan het vee zich tegoed doet. Zo zuur boeren arbeid is, zo maakt het de winter vrij van zorgen. In augustus toont de aarde al haar schatten en zijn weides, akkers, bomen vol met vruchten. Men kan op vele manieren op het land genieten en de gezegde lucht dankbaar aanvaarden. In september gaat men van de velden naar het bos om op herten te jagen en zien we menig man en vrouw fruit naar huis dragen, waarmee de keuken smakelijk wordt gevuld. In oktober wordt de druiven geoogst, waarvan het sap de mensen zowel kracht als vreugde brengt. Wintermaand november dreigt met storm en golven waardoor menig schip ten onder gaat. In Kerstmaand december wordt menig varken gepekeld en gerookt en laat witte sneeuw zien dat het jaar ten einde loopt.
Prijs: VERKOCHT