“Classis Navium qua hinc discessit comes Mauritius Praefectus” Ets vervaardigd door Salomon Savery naar het ontwerp van Frans Post uit 1645. Uit het boek van Caspar Barlaeus “Rerum per octennium in Brasilia et alibi gestarum sub praefectura illustrissimi comitis I. Mauritii Nassauiae” met daarin voorstellingen van de tocht naar en het verblijf in Brazilië van graaf Johan Maurits van Nassau in de jaren 1636-1644, uitgegeven door Joan Blaeu in 1647. Afm. 36 x 50,6 cm.
We zien het vertrek van de vloot van Johan Maurits van Nassau vanuit Den Helder naar Brazilië op 25 oktober 1636, aan boord waren ca 3.000 man.
Hij was 33 toen hij in Pernambuco aan land ging. De Portugese machthebbers werden verjaagd en Johan Maurits installeerde zich als gouverneur in wat nu Nederlands-Brazilië werd genoemd.
De West-Indische Compagnie was vooral van plan in de nieuwe bezitting de aanplant van het winstgevende suikerriet uit te breiden, maar de gouverneur wilde er meer van maken. In het midden van de zeventiende eeuw gold de Republiek als de modernste staat ter wereld en de vooruitstrevende gouverneur nam de republiek in verschillende opzichten als voorbeeld voor modern bestuur. Johan-Maurits stichtte Mauritsstad, bouwde er een paleis, genaamd Vrijburg, en voerde een soort parlement in. Uit zijn bestuur bleek zijn liefde voor Brazilië en aandacht voor de flora, fauna en cultuur. Hij organiseerde expedities naar het binnenland om kennis op te doen over geneeskrachtige kruiden en exotische planten. 17e-eeuwse medici waren zeer geïnteresseerd in remedies tegen allerlei onbekende tropische ziekten, maar uiteraard ook in middelen ter bestrijding van geslachtsziekten en de pest die het leven van menig zeeman en soldaat verkortten. In het gevolg van Johan Maurits reisden schilders mee als Frans Post, Zacharias Wagener en Albert Eckhout die het exotische landschap vastlegden en de botanici assisteerden bij het produceren van afbeeldingen voor plantkundige beschrijvingen.
Europese bewindvoerders maakten onderscheid tussen christelijke en heidense volken. Heidenen werden tot slaaf gemaakt, maar waren ook voorwerp van bekering. Een deel van de inheemse bevolking van Brazilië werd gereformeerd. Johan Maurits erkende deze mensen als de ware Brazilianen en zij eerden ‘Mauricio de Nassau’ om zijn humane bestuur, tot op de dag van vandaag.
Helemaal schone handen had Johan Maurits natuurlijk niet. Er werd flink verdiend op zowel de slavenhandel als op de suiker. In Nederlands-Brazilië stonden 140 suikerplantages, waar zwarte slaven moesten werken tot ze er bij neervielen. Van het verdiende fortuin liet Johan Maurits in Den Haag het Mauritshuis bouwen, zijn Suikerpaleis.
Prijs: VERKOCHT