“Victorien der Nederl. Ge.oct. O. Compagn. op het Koninkryck van Macasser door den Ed. Heer C. Speelman“. Ets vervaardigd door Romeyn de Hooghe in 1669, afm. 40,3 x 55,4 cm.
Sinds 1667 was de VOC gevestigd in koninkrijk Makassar op Zuid-Celebes, het vormde het ‘slot op de deur’ voor de oostelijker gelegen specerij eilanden: de Molukken, Ambon en Banda. De VOC had er in de eerste helft van de 17de eeuw monopolies op de uitvoer van muskaatnoten, foelie en kruidnagelen. Makassar werd door de bij deze handel uitgeschakelde Europese en Aziatische concurrenten gebruikt om ‘smokkel’ in specerijen te bedrijven. Omdat de vorsten van Makassar dit toelieten, zich niets aantrokken van de monopolies van de VOC en in deze een koers van ‘vrijhandel’ voorstonden, was het tussen de VOC en Makassar vóór 1667 al regelmatig tot ernstige gewapende conflicten gekomen, zowel op Celebes zelf als in Ambon.
In de oorlog van 1666 tot 1669 lukte het admiraal Cornelis Speelman (1628-1684) met behulp van Arung Palakka, een vorst uit het naburige Bone, het verzet van Makassar te breken. “Met slechts 600 man Europeesche militairen, die hevig door ziekten werden geteisterd, heeft hij drie jaren den strijd tegen de fanatieke Makassaren, ‘de Haentjens van het Oosten’, volgehouden en ten slotte de overwinning behaald, die ook in het vaderland groot opzien baarde en Vondel tot een lofdicht dwong.”
De ets toont in vogelvlucht het landschap van Makassar met de gevechten die daar door Speelman namens de VOC zijn gevoerd. Bovenaan portretten van Speelman en van Radja Palakka. Ook zien we Mercurius en Mars, de goden van de handel en van oorlog. Onder de voorstelling een tekst met een chronologische beschrijving van het verloop van de gebeurtenissen en een vers van Vondel en de legenda.
In 1667 droeg het vorstendom Makassar het fort Udjungpandang aan de VOC over, dat tot Fort Rotterdam werd omgedoopt. Dit Fort werd vanaf 18 november 1667 het plaatselijk hoofdkwartier van Speelman, waarachter zich spoedig de VOC-stad Makassar ontwikkelde.
Prijs: VERKOCHT