GROOTS(T)E PLATTEGROND VAN AMSTERDAM
“Platte-grondt van de oude en nieuwe royinge der stede Amsterdam, aengewesen met alle haere publieke Gebouwen. Getekent en op papier gebrogt door Daniel Stalpaert, stadts Architeckt.” Afm. (prent) ca. 122,5 x 161 cm, afm. (lijst): ca. 153 x 192 cm.
Kopergravure voor het eerst uitgegeven in 1663, gedrukt op zes bladen, later met de hand gekleurd en met goud gehoogd.
In 1662, Amsterdam bevond zich toen op het toppunt van haar macht, besloot de vroedschap de stad opnieuw te vergroten, de halvemaanvorm van Amsterdam werd daarmee een feit.
Voor het wereldkundig maken van het plan voor de Vierde Uitleg werd opdracht gegeven tot het maken van een pronkkaart. Het werd de op een na grootste plattegrond van Amsterdam, bovendien de eerste kaart van de stad waarop niet de bestaande situatie wordt weergegeven, maar een plan.
De topografie is zakelijk weergegeven: geen huisjes in vogelvlucht, maar uniform gearceerde bouwblokken. Wel zijn de openbare gebouwen afgebeeld. In bovenhoeken het stadszegel met de schepenkroon en het stadswapen met de keizerskroon. Deze bekronen de kaartranden met wapens van de 36 vroedschapsleden (waaronder de vier burgemeesters). Aan hen wordt de kaart ook opgedragen: “waer in men siet de schoonheyt, Heerlijckheyt, en allerhande Commoditeyt in sulck een geschickte orde, dat de selve stadt is een onvergelijckelijcke pronck van de Werelt”.
Deze kaart is de grootste plattegrond van Amsterdam uitgegeven tussen 1625 en de 19e eeuw. Van de eerste uitgave de kaart werden 42 ingekleurde en 50 ongekleurde exemplaren besteld.
Vermoedelijk heeft het stadsbestuur de ontwikkelingen in het derde kwartaal van de 17e eeuw ook willen laten vastleggen en de kaart werd herzien. Op de volgende uitgave zijn gebouwen, poorten, bruggen en sluizen op de kaart bijgekomen, ook de molens langs de stadswal zijn ingetekend en is het plantagegebied correct weergegeven.
Na de dood van Stalpaert zijn de koperplaten in het bezit gekomen van uitgeverij Covens en Mortier. D’Ailly (nr. 216) maakt melding van “den nieuwen uitgever Johannes Covens en Cornelus Mortier op het lint met de schaal in het IJ”.
Maar bij ons exemplaar ontbreekt de naam Covens en Mortier! Daarnaast is van Covens en Mortier bekend dat zij zich met name hebben toegelegd op het (her)uitgeven van ouder kaartmateriaal. Wie ons exemplaar heeft uitgegeven is onbekend.
Deze staat, moet vervaardigd zijn kort voor het verschijnen van de uitgave van Covens en Mortier in 1680. Misschien was het een proefdruk, misschien een unicum en misschien daarom verschenen zonder de legenda die bij de eerste uitgave en bij de uitgave van Covens en Mortier wel zit.
Wandkaarten werden los aan de wand opgehangen. In ruimtes al dan niet verwarmd met open haard, zonder enige bescherming tegen vocht, rook of aanraken. Het is daarom bijzonder te noemen dat dit stuk drieënhalve eeuw heeft overleefd.
Over de zeldzaamheid van de kaart meldt “Het aanzien van Amsterdam” (p. 52) dat: “van deze [1662/3] oplage is slechts één goed exemplaar bekend”. En “Ook van die [Covens en Mortier] uitgave is nog maar een enkel exemplaar over.”
Literatuur: Catalogus van Amsterdamse plattegronden, D’Ailly (1934), vgl. nr. 163 en nr. 216; Het aanzien van Amsterdam, Bakker/Schmitz (2007), vgl. p. 52-53 en p. 110-113.
NB: dit stuk was 8 februari t/m 9 juni 2013 te zien in de tentoonstelling “Adriaan Dortsman; De Ideale Gracht” in Museum Van Loon, Keizersgracht 672 te Amsterdam.
Prijs: VERKOCHT