“Transisalania Provincia, vulgo Over-IJssel.” Kopergravure op 4 bladen naar het ontwerp van Nicolaas ten Have, gegraveerd door Gerardus Coeck. “Vermeerdert en verbeetert door J. de Lat 1743“. 3e staat (van III). Later met de hand gekleurd. Afm. 84 x 104 cm.
In tegenstelling tot andere Noord-Nederlandse provincies duurde het tot het midden van de 17de eeuw voordat er een betrouwbare kaart van Overijssel beschikbaar kwam. Tussen 1640 en 1650 werd de provincie in kaart gebracht in opdracht van de Staten van Overijssel door Nicolaas ten Have, conrector van de Latijnse School in Zwolle. Zijn fraaie overzichtskaart kwam eindelijk uit in 1650 (of 1652?) en werd veelal los verspreid.
Deze 3e staat van de kaart uit 1743 is veel gedetaillerder dan de eerdere twee met veel meer dorpen, buurschappen en kent toevoegingen als de weg van Raalte naar Lemelerberg (bij Wesep), de weg Hengelo-Enschede, de ‘courantenpaal’ bij Oldenzaal, de verdeling van Schokland in een Amsterdams en een Overijssels deel en de verdeling van Overijssel in scholtambten, drostambten en richtersambten. Daarnaast kent deze kaart onder de titel een inzetkaartje (12 x 18 cm) met de postwegen naar Groningen en Leeuwarden.
In de Nederlandse atlassen uit de 17de en 18de eeuw vinden we een verkleinde uitgave van de kaart terug.
Fockema Andreae: “Ten Have maakte een volledige schets van het land, met inbegrip van de minder belangrijke wateren, de gehuchten, de havezaten, herbergen e.d.; de heuvels, venen, dijken, bosschen en wegen; maar het blijft een schets, waarin alleen de belangrijkste punten eenigszins nauwkeurig bepaald zijn: en ook deze nog zeer gebrekkig. Nochtans blijft dit beeld het geldende tot in de 19e eeuw.”
Literatuur:
S.J. Fockema Andreae “Het Kaartbeeld van Overijssel” (1939), nr. 26 en p. 54-57
Marijke Donkersloot – de Vrij “Topografische Kaarten van Nederland vóór 1850” (1981), nr. 702-I;
Joost Augusteijn “Cartobibliografie van de kaarten van Overijssel tot het jaar 1800”, nr 42.
Zie ook: Wie is wie in Overijssel.
Prijs: VERKOCHT