Koolroos – Gerard van Spaendonck, 1799-1801

“Rose a cent feuilles” [honderdbladige roos], ook bekend als koolroos, stippelgravure vervaardigd door P.F. le Grand naar een tekening van…

Lees verder

1.250

Rose a cent feuilles” [honderdbladige roos], ook bekend als koolroos, stippelgravure vervaardigd door P.F. le Grand naar een tekening van Gerard(us) van Spaendonck uit Fleurs dessinées d’après nature, uitgegeven tussen 1799 en 1801. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. (prent) ca. 50 x 33 cm.

Centifolia rozen dateren van rond 1550. Hoewel ze ooit werden beschouwd als een soort, wordt nu aangenomen dat ze waarschijnlijk hybriden zijn. Centifolia’s zijn meestal compacte struiken met zware dubbele bloemen die vaak onder hun eigen gewicht hangen. De kleuren variëren van wit tot diep rozerood en gestreepte en gevlekte varianten. Ze waren veel te zien in de schilderijen van de Nederlandse meesters en werden bekend als “de roos van de schilders”.

De roos heeft geurige, halfroze, dubbele bloemen, waarvan de knoppen bedekt zijn met fijne knobbeltjes of filamenten die mos worden genoemd. Mossen zijn natuurlijke mutaties die voor het eerst voorkwamen op Damast- en Centifolia-rozen. Ze waren erg in de mode in het begin van de achttiende en negentiende eeuw, toen enkele honderden vormen werden gekweekt.

Op deze roos van Gerard van Spaendonck zien we de bloem in vier stadia, van knop tot uitgebloeide bloem.

Over de kunstenaar schrijft J. Immerzeel in 1842 “de beroemde bloemschilder Gerard van Spaendonck is uit eene gegoede burgerlijke familie te Tilburg geboren. Reeds vroeg werkte de kunstzin in zijnen geest en waren teekenpen en penseel zijn geliefdste speelgoed.

Het deed hem leed te Tilburg geene kleuren naar zijnen smaak te vinden. Van een’ voerman vernomen hebbende dat men te Antwerpen zeer schoone verwen [verf] konde bekomen, gaf hij een dukaat aan den voerman mede, om te Antwerpen van die kleuren voor hem te koopen.

Zijne ouders, zijne vurige geneigdheid en bijzonderen aanleg voor kunst ziende, plaatsten hem te Antwerpen bij eenen meubelschilder voor zes jaren lang, tegen een jaarlijksch leergeld van f. 300.00. Zijn spoedig rijpend talent bragt zijnen meester in het volvoeren der hem opgedragen werkzaamheden, geen gering voordeel aan. Geen wonder dan ook dat, toen de zes leerjaren ten einde waren, hem f. 300.00 ’s jaars aangeboden werden als hij bij zijn’ meester blijven wilde. Dit aanbod werd afgewezen. Om dezen tijd werden in het kamp bij Breda groote toebereidselen gemaakt tot een feest ter eere van Prins Willem V. Van Spaendonck begaf zich derwaarts en werkte er mede aan de decoratiën. Van het daaraan verdiende geld bekostigde hij de reis naar Parijs, die hij ondernam in gezelschap van eenen anderen meubelschilder uit Berchem, met wien hij bevriend was. De proeven van zijn reeds volkomen ontwikkeld talent bezorgden hem spoedig vermaardheid. Een edelman, La Valette genaamd, die zelf een kunstoefenend liefhebber was, nam hem als vriend bij zich. Acht jaren genoot hij deze zeldzame edelmoedigheid, des zomers op een prachtig buitenverblijf, des winters op de Louvre, waar men ten zijnen dienste, op het plat van het gebouw, aarde deed aanbrengen voor het aankweeken van bloemen.

Na het overlijden van dezen edelman, aan wien Van Spaendonck zoo groote verpligting had, sprak hij altijd met aandoening van zijnen weldadigen vriend, en bewaarde met eerbiedige zorg verscheiden voorwerpen, die hem bijzionder dierbaar waren, waaronder behoorden ’s mans portret ten voeten uit en de schilderzel, dien hij gebruikt had.

Van Spaendonck schilderde eenige menigte planten en bloemen voor den kruidtuin. In 1801 bestond de aldaar voorhanden verzameling uit eenig duizenden bladen van het keurigst perkament. Voor elk zoodanig blad werd 100 francs betaald. Dien prijs ontving Van Spaendonck voor het geringste takje van een plant of bloem. Hij leefde vele jaren in de achtingswaardige familie van den Oppertuinman. Men wil dat Van Spaendonck met de Fransche omwenteling [de revolutie van 1796] aanmerkelijke verliezen geleden hebbe. Vervolgens vond hij enige tegemoetkoming in zijne benoeming tot Professor in de iconographie bij den Platentuin, met een jaarwedde van 6,000 francs en andere voordelen, waaronder ook vrije huisvesting in eene prachtige woning, dezelfde, die vroeger door Buffon bewoond werd. Later werd hij lid van het Nationaal Instituut en van het Legioen van eer. Als Professor gaf hij des zomers drie maanden les in de zaal der Bibliotheek van den kruidtuin. Dan werd met zwart krijt of sapverw geteekend naar de schoonste modellen. Zijne leerlingen bestonden meerendeels uit jonge dames van den hoogen stand. In vele Galerijen en Kabinetten van Europa treft men heerlijkste bloem- en vruchtstukken in craijon.”

Tussen 1799 en 1801 gaf Van Spaendonck in eigen beheer vierentwintig gravures uit, die naar zijn gouaches werden vervaardigd. Zijn Fleurs dessinées d’après nature is een van de meest fameuze bloemen boeken, geroemd om zijn prachtige voorstellingen, gedrukt in stippel gravure. Het kunnen differentiëren tussen verschillende tonen grijs, bleek buitengewoon geschikt voor het weergeven van botanische details, een methode die Van Spaendonck ook bijbracht aan zijn leerling Pierre-Joseph Redouté.

Zoals andere beroemde bloemenschilders was ook Van Spaendonck technisch perfect: in olieverf, aquarel, pen of potlood, op elke schaal. Met aandacht voor elk minutieus detail en elegantie en verfijndheid van de compositie, toont hij zijn meesterschap. Evenals Jan van Huijsum begreep Van Spaendonck de tijdgeest en maakte bloemvoorstellingen die feilloos aansloten bij de smaak van het publiek van rond 1800. Hij combineerde de traditionele Nederlandse manier van weergeven van bloemen met Franse sophistication en goede smaak.

Prijs: Euro 1.250,-