Brabant – Willem Blaeu, 1635
“Brabantia Ducatus.” Kopergravure uitgegeven in 1635 te Amsterdam door Willem Jansz. Blaeu in “Le Theatre du Monde Ou Nouvel Atlas”.…
Lees verder
“Brabantia Ducatus.” Kopergravure uitgegeven in 1635 te Amsterdam door Willem Jansz. Blaeu in “Le Theatre du Monde Ou Nouvel Atlas”. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 38,2 x 49,6 cm.
Op Blaeu’s kaart van het Hertogdom Brabant, met het Westen bovenaan, zien we rechtsonder een prachtig cartouche met een zittende vrouwelijke figuur met een globe en steekpasser en schaalstok in Germaanse mijlen. Linksonder een tweede cartouche met weer een vrouwfiguur en het wapen van Brabant. De kaart omvat het gebied tussen de rivieren de Rijn, Maas en Schelde, met Namen als de meest zuidelijke stad. De kaart verscheen in 1631 voor het eerst in Blaeu’s Atlas Appendix. Dit exemplaar is de tweede uitgave van de kaart. De kaart zou een paar jaar later worden opgenomen in de wereldvermaarde Atlas Maior.
Ontdekkingsreizen en handelscontacten hadden de wereld vanaf de vijftiende eeuw steeds ‘groter’ gemaakt. Land- en zeekaarten waren daardoor onmisbaar geworden, vooral voor zeelui. Omdat ook burgers geïnteresseerd raakten, ontstond er in de zeventiende eeuw een levendige handel in globes, plattegronden en atlassen.
Willem Janszoon Blaeu (1571-1638) sprong daar op in. Hij was de beste cartograaf van zijn tijd, met een eigen drukkerij en uitgeverij in Amsterdam. De kaarten van Blaeu waren zeer geliefd en hij deed dan ook goede zaken. Na zijn dood namen zoons Cornelis en Joan de drukkerij over. Het maken kaarten en het handelen daarin zaten ook hen in het bloed. Joan Blaeu legde alle tot dan toe bekende kaarten bij elkaar en maakte de ultieme wereldatlas van dat moment: de Atlas Maior.
Vanaf 1662 was de atlas te koop. Het waren negen dikke boekwerken geworden, met daarin bijna 600 kaarten en 3.000 bladzijden tekst. Mensen vonden de uitgave sensationeel. Elk afzonderlijk deel was in leer gebonden en had goudbeslag op de kaft. Zo’n atlas moest iedereen hebben!
Snel werd de atlas een statussymbool. Echt actueel was de atlas namelijk niet. Het waren over het algemeen al eerder uitgegeven kaarten, die soms niet meer klopten, omdat nieuwe ontdekkingen er niet op stonden. Dit nam niet weg dat de kopers in de rij stonden. Onder anderen prins Willem III en koning Charles I van Engeland schaften een exemplaar aan. De hele wereld lag zo aan hun voeten op de leestafel.
Het hertogdom Brabant wordt aan de achterzijde van de kaart door Blaeu beschreven als een land dat in vroegere tijden veel uitgestrekter was dan in zijn eigen eeuw. Ooit omvatte het delen van Vlaanderen en Henegouwen en reikte het tot aan de grenzen van Holland en Luik. De kronieken vermelden dat heiligen als Bavo en Livinus er hun sporen nalieten, en dat Brabant reeds in de negende eeuw als bestuurlijke eenheid bestond, met drie graafschappen: Kamerijk, Henegouwen en Leuven. In latere eeuwen is het gebied door oorlogen en politieke herschikkingen sterk verkleind, al bleef het een van de rijkste en dichtstbevolkte streken van de Nederlanden.
Blaeu roemt het krijgsverleden van de Brabanders. Hun leger zou tot in Engeland en zelfs tot Rhodos hebben gevochten; zij herstelden koningen op hun troon en leverden onafgebroken oorlogen, zonder ooit lang vrede te kennen. Zo hielpen zij in 1175 de Engelse koning Hendrik II zijn verloren steden heroveren; in 1202 versloeg hertog Hendrik I de graaf van Holland en nam hem gevangen; in 1234 behaalde hertog Jan I de overwinning op een coalitie van Gelre, Keulen, Nassau en Luxemburg. In de veertiende eeuw verleenden de Brabanders militaire steun aan koning Eduard III van Engeland, waarmee hij de Fransen, Bretons en Spanjaarden wist te verslaan. Ook keizers en vorsten van Frankrijk riepen vaak hun hulp in. Hun moed, aldus Blaeu, werd in talloze veldtochten geroemd – van Lissabon, dat koning Koenraad III op de Saracenen veroverde, tot de kruistochten waarin Godfried van Bouillon, hertog van Brabant, Jeruzalem en Palestina innam.
Naast buitenlandse roem kende Brabant ook binnenlandse strijd, vooral de opstanden van de Grimbergenaren tegen hun hertog. Een beroemde veldslag werd gewonnen onder ontroerende omstandigheden: de jonge hertog, nog een kind in zijn wieg, werd op een hoge boom midden in het leger geplaatst, zodat de soldaten zijn gehuil konden horen en daardoor dubbel moedig vochten. Deze legendarische taferelen dienden als bewijs van de trouw en heldhaftigheid van het Brabants volk.
Vervolgens beschrijft Blaeu de steden en bestuurlijke indeling. Brabant telt 26 steden, waarvan Leuven, Brussel, Antwerpen en ’s-Hertogenbosch de vier hoofdsteden zijn. Kleinere hoofdsteden zijn Tienen, Lier en Nijvel; andere belangrijke plaatsen zijn Aarschot, Bergen op Zoom, Mechelen, Breda, Diest en Maastricht. Onder de kleinere steden noemt hij onder meer Turnhout, Hoogstraten, Duffel, Herentals, Helmond en Grave. De heerlijkheden Ravenstein, Breda, Grimbergen en Diest worden als zelfstandige jurisdicties genoemd, evenals negentien baronieën. De provincie kent aanzienlijke privileges: de vorst mag geen inwoner veroordelen zonder proces en verdediging door een advocaat; vreemdelingen kunnen geen ambten bekleden; de onderdanen mogen vrij over hun bezittingen beschikken en overal jagen behalve in vijf aangewezen wouden. Indien de vorst deze rechten schendt, mogen de Staten van Brabant hem volgens Blaeu wettelijk de gehoorzaamheid opzeggen — een vroeg-modern getuigenis van Brabants onafhankelijkheidszin.
De vijf beroemde wouden van het land zijn het Zoniënwoud, Saventerloo, Grotenhout, Grotenheide en Meerdal. Het politieke bestel bestaat uit drie standen: de geestelijkheid (met de abdijen), de adel (met hertogen, markiezen, baronnen en heren van onder meer Aarschot, Bergen op Zoom, Diest, Hoogstraten, Breda, Boxtel en Gaasbeek) en het derde lid, gevormd door de vier hoofdsteden. In het gehele land spreekt men Vlaams, behalve in het zuidwestelijke Pays Romain waar men Frans spreekt — een taal, aldus Blaeu, “verbasterd uit het Latijn”.
Prijs: Euro 750,-

