Hofreis van Dejima naar Edo – Nagasaki-e, ca. 1800
紅毛人行列之図 全 | “Komoujingyoretsunozu Zen” [Volledige afbeelding van de optocht van de roodharigen]. Houtsnede gedrukt in kleur, uitgegeven rond 1800.…
Lees verder
紅毛人行列之図 全 | “Komoujingyoretsunozu Zen” [Volledige afbeelding van de optocht van de roodharigen]. Houtsnede gedrukt in kleur, uitgegeven rond 1800. Afm (kader). 27,7 x 39,5 cm. (Lijst: 41 x 51 cm.)
Van de jaren 1630 tot het midden van de negentiende eeuw was Japan voor buitenlanders vrijwel afgesloten. De Nederlanders waren vanaf 1641 de enige Westerlingen die er mochten verblijven en handel drijven. Ze moesten zich wel aan strenge voorschriften houden, en mochten alleen op Dejima wonen, een kunstmatig eiland in de haven van Nagasaki.
De Nederlanders in Dejima hadden de verplichting om eenmaal per jaar af te reizen naar Edo; een gehoorzaamheidsambassade. (Na 1790, werd dit door de verminderde handel, eens per vier jaar). Een dergelijke tocht kostte veel voorbereiding. De shogun had bij het vorige bezoek een lijst laten opmaken van geschenken die hij de volgende keer wilde hebben. Zoals een kristallen kroonluchter, spiegels, brillen, lenzen, sterrenkijkers, donkerekamer-glazen, barometers, kompassen, klokken, vuurwapens (zoals pistolen en twee mortieren) en een brandspuit. Verder globes, atlassen, boeken, violen, medicijnen, schilderijen met landschappen, Turkse of Perzische tapijten, damast en zijde. Maar ook dieren en exotische vogels, zaden van bloemen en planten. Omdat de Japanners van hoog tot laag veeleisend waren, vormde het gezelschap een sinterklaasstoet van met geschenken beladen lastdieren.
De stoet bestond uit het Opperhoofd in Dejima, de chirurgijn en de secretaris. Daarnaast waren er nog talloze (door de gouverneur van Nagasaki benoemde) Japanners mee, politiemensen, tolken, dragers voor de draagstoelen en voor het dragen van het eten en alle andere zaken, zoals de geschenken voor de shogun. Een dergelijke stoet kon wel uit meer dan 100 man bestaan. Het gezelschap vertrok rond half februari met de bedoeling om tegen eind maart in Edo te zijn.
Dit is een zgn. Nagasaki prent, een houtsnede betrekking hebbend op Nagasaki. Ze waren populair in de Edoperiode (1603-1868) en tonen vaak buitenlanders of hun vreemde voorwerpen, zoals schepen. De ‘roodharige barbaren’ waren een bezienswaardigheid en de prenten voorzagen in een behoefte. De Japanse overheid had op Dejima schilders aangesteld met de opdracht het dagelijks leven van de Nederlanders te documenteren. Hun werk is in prentvorm verschenen en werd gekocht als souvenirs door Japanse reizigers tijdens hun verblijf in Nagasaki. Vanwege de kwetsbaarheid van het dunne papier waarop ze gedrukt waren, zijn ze tegenwoordig zeldzaam geworden.
Prijs: Euro 1.850,-