Ouderkerk aan de Amstel – naar Abraham de Haen, 1749
Ouderkerk aan de Amstel gezien vanaf de Amsteldijk. Tekening met pen en gewassen inkt toegeschreven aan Johannes Schouten. Verso geannoteerd…
Lees verder
Ouderkerk aan de Amstel gezien vanaf de Amsteldijk. Tekening met pen en gewassen inkt toegeschreven aan Johannes Schouten. Verso geannoteerd “Ouderkerk aan den Amstel 1729, Na A: de Haen 1749.” Afm. 15,9 x 31,5 cm.
We zien het dorp vanaf de Amsteldijk met rechts de gereformeerde kerk (die in 1775 werd vervangen door de Amstelkerk). Aan de linker oever staan de koepels die behoren bij de hofstede Hooger-Lust. Daartussen de Lange Brug die de Amsteldijk verbindt met het dorp.
Ouderkerk aan de Amstel was vanouds een belangrijke pleisterplaats op de weg van Amsterdam naar Utrecht. Vanaf Amsterdam liep de route langs de westoever van de Amstel. Net voorbij Paardenburg kwam men via de brug over de Amstel in de Brugstraat in Ouderkerk. Via Dorpsstraat, Kerkstraat en de brug over de Bullewijk kwam men op de westoever van de Bullewijk (Ronde Hoep Oost) en bij de Voetangel via de zuidoever van de Holendrecht naar Abcoude. De stad Amsterdam voerde het beheer over deze weg tot aan het tol bij de Voetangel een bekende herberg op het snijpunt van de Waver, de Holendrecht en de Bullewijk. Tot de zeventiende eeuw functioneerde Ouderkerk als verzorgingskern voor het omringende gebied, waar veeteelt en visserij de belangrijkste bestaansmiddelen waren. Daarna vestigden welgestelde stedelingen zich met buitenplaatsen langs de rivieren. Lommerrijke enclaves met monumentale huizen langs de vroegere hoofd(water)wegen.
In het Amsterdamse Stadsarchief ligt een tekening van Cornelis Pronk (1691-1759), gemaakt in 1729 vanaf het zelfde punt aan de Amstel. Vermoedelijk werd Pronk die dag vergezeld door zijn leerling Abraham de Haen (1707-1748) die van het idyllische Ouderkerk ook een tekening vervaardigde. Tegenwoordig is niet bekend waar de tekening van De Haen is gebleven, maar in 1749 was hij waarschijnlijk in het bezit van Johannes Schouten die ‘m heeft nagetekend en daarvan melding maakte aan de achterzijde van zijn eigen werk.
Johannes Schouten (1716-1792) was aanvankelijk diamantzetter en zilversmid, maar hij was zich ook gaan toeleggen op het tekenen van stadsgezichten. Topografische tekeningen als deze waren in de tweede helft van de achttiende eeuw erg populair. In 1756 werd Schouten als kunstverkoper lid van het Amsterdamse boekverkopersgilde en opende een kunsthandel in de Leidsestraat tussen de Heren- en Keizersgracht. Na zijn overlijden zet zijn weduwe de zilversmidswinkel voort. Zijn zoon, Hermanus Petrus Schouten, werd eveneens een bekende tekenaar.
Prijs: Euro 1.450,-