Zeventien Provinciën – Pieter van den Keere, 1622
DE ZEVENTIEN PROVINCIËN TEN TIJDE VAN HET TWAALFJARIG BESTAND “Novus XVII Inferioris Germaniae Provinciarum Typus. De integro multis in locis.”…
Lees verder
DE ZEVENTIEN PROVINCIËN TEN TIJDE VAN HET TWAALFJARIG BESTAND
“Novus XVII Inferioris Germaniae Provinciarum Typus. De integro multis in locis.” [Nieuwe kaart van de zeventien provinciën van de Lage Landen, op vele plaatsen geheel herzien.] Kopergravure uitgegeven door Pieter van den Keere (ook wel: Petrus Kaerius) in 1617, hier in een tweede staat uit 1622 als deel van de atlas “Germania Inferior id est, XVII provinciarum ejus novae et exactae Tabulae Geographicae”. Later (?) met de hand gekleurd. Afm. 38,5 x 50 cm.
De atlas “Germania Inferior…” is de eerste atlas op folio formaat die in z’n geheel gewijd is aan kaarten van de Nederlanden en zijn deelgebieden. Voor meerdere kaarten uit de atlas zijn reeds bestaande oude koperplaten gebruikt, echter niet voor deze kaart van de Zeventien Provinciën
Aan de achterzijde wordt het gebied omschreven:
We zien de “zeventien provincies, die men tegenwoordig gezamenlijk met de naam “Neder-Duitsland” (Inferior Germania) aanduidt, waarbij elke provincie haar eigen specifieke naam behoudt: zoals Brabant, Vlaanderen, Henegouwen, Artesië, Namen, Luxemburg, Gelderland, Zutphen, Overijssel, Friesland, Groningen, Holland, Zeeland, het gebied van Mechelen, Doornik, Kamerijk en Duinkerken.
Deze zeventien provincies behoren, wat ligging, rijkdom, beschaving en bevolkingsdichtheid betreft, terecht tot de meest bloeiende delen van Europa. Want hun land is vruchtbaar, hun steden talrijk, hun handel overvloedig, hun kunsten en ambachten ontwikkeld, hun wetten verfijnd, hun legers goed uitgerust, en hun zeemachten zeer krachtig.
Als dit alles met wijsheid wordt bestuurd en op het algemeen welzijn wordt gericht, dan is er geen streek die zich met deze kan meten; en ze kan door geen vijand gemakkelijk worden overwonnen. Maar als zij onderling verdeeld raken, of door buitenlandse machten uit elkaar worden getrokken, komen zij vaak in gevaar. [NB.: tijdens het verschijnen van deze kaart waren na het zgn. Twaalfjarig Bestand (1609-1621), de vijandelijkheden van de Tachtigjarige Oorlog weer hervat.]
Wat betreft de specifieke kenmerken van elk van deze provincies – de aard van hun inwoners, hun rijkdommen, ambachten, vormen van religie, vormen van staatsbestuur, verbonden, twisten, oorlogen en vredesplannen – hierover hebben de historici uitgebreid geschreven.
Maar wij, die een geografische kaart presenteren, richten ons eerder op de ligging van plaatsen dan op de opeenvolging der gebeurtenissen, op plaatsnamen eerder dan op de oorzaken van gebeurtenissen; wij beogen geen geschiedenis te schrijven, maar slechts de weg te wijzen naar het zoeken ervan.
Laat de lezer dus in deze kaart vooral letten op waar elke provincie ligt, welke rivieren, steden en streken ze omvatten, wat hun grenzen zijn, en welke gebieden uitzien op de zee, de Rijn, de Maas of de Schelde. Want hieruit kan men oordelen over het gemak van de handel, het gevaar van vijandelijke invallen, de geschiktheid van wegen, en over de krachten en zwakten van rijken: zaken die vooral voor een verstandig burger, soldaat, veldheer en raadsman van het grootste belang zijn.”
De titelcartouche van de kaart rechtsboven is versierd met links Pallas Athene, godin van de wijsheid en rechts Mercurius, god van de handel. Bij de cartouche met de schaal linksonder zien we een landmeter knielen en een grote passer. In de legendacartouche zijn voor alle zeventien provinciën de aantallen steden en dorpen vermeld. Daaronder staat de verklaring van de kaartsymbolen.
Prijs: Euro 2.650,-