Antwerpen panorama – Jan Bapitst Vrients

MAGISTRAAL GEZICHT OP DE REDE VAN ANTWERPEN “Antverpia“, kopergravure in vier bladen voor het eerst uitgegeven in 1610 door Jan…

Lees verder

16.500

MAGISTRAAL GEZICHT OP DE REDE VAN ANTWERPEN

Antverpia“, kopergravure in vier bladen voor het eerst uitgegeven in 1610 door Jan Bapitst Vrients, hier in een uitgave van na 1652. Deels in de tijd, deels later met de hand gekleurd. Afm.: (prent) ca. 43 x 219 cm, (lijst) 80 x 255 cm.

De rede van Antwerpen heeft een fascinerende aantrekkingskracht uitgeoefend op kunstenaars: geen enkele havenstad in de 16e en 17e eeuw heeft zo vaak haar rede of delen van die rede weergegeven gezien op schilderijen en prenten. Enkele grafische kunstenaars hebben het gewaagd in monumentale gezichten een overzichtsbeeld te geven van het ganse toenmalige havencomplex. De drie voornaamste pogingen werden stuk voor stuk meesterwerken in het genre: de anonieme houtsnede van 1515, de gravure van Frans Huys van 1556, en het redegezicht van 1610 door Jan Bapitist Vrients.

Opdrachtgevers voor het vervaardigen van dit stadsgezicht waren de aartshertogen Albrecht en Isabella die over de Habsburgse Nederlanden regeerden van 1598 tot 1621.

In 1609 kwam men in Antwerpen tot een akkoord over een wapenstilstand, waarop het Twaalfjarig Bestand volgde en de erkenning van de Verenigde Provinciën als soevereine macht. Met de beëindiging van de vijandelijkheden en het daaruit voortvloeiende herstel van de landbouw, nam de welvaart bij de terugkerende bevolking toe. De protestanten die eerder de zuidelijke Nederlanden hadden verlaten, werden onder nieuwe wetgeving nu gedoogd. Deze gebeurtenissen bij elkaar waren aanleiding voor een stemming van overwinning en lof, uitgebeeld in dit panorama.

De gravure van Vrients toont boven het stadsbeeld allegorische voorstellingen in de toen doorbrekende barok-stijl. Van links naar rechts: het wapenschild van Brabant; een bazuin blazende Faun, de Overvloed, de Macht geflankeerd door de Zege en Gerechtigheid; de Stad Antwerpen met Mercurius en vreemdelingen die schatten brengen; het wapenschild van het markgraafschap Antwerpen. Links bovenaan een cartouche met een 18-regelig Latijns lofdicht op Antwerpen onder de titel “De magnificentia urbis Antverpianae“; het cartouche rechts kent wederom een lofdicht in het Nederlands en Frans:

De Lotharinger Vorst, de eerste Hendrik bou[w]de
Nu al voor soo veel eeuwen mijn wallen aan de Schelde
Doch wat is ’t dat men stoft op daden van den ouden
Als een verdiende lof u dapperheyd niet melt
Sie vremdeling, mijn schat mijn huijsen, toorens, kereken,
Mijn wallen en het Slot daer uijt ik word bewaakt
Gae heen en segh dan vrij die duijsen wonder werken
Heeft burger van mijn stadt in voorsped self gemaakt.“

Jan Bapitist Vrients (1552-1612) specialiseerde zich in de uitgave van kaarten. Na de dood van Abraham Ortelius (in 1598) en Gerard de Jode (in 1591) was hij de enige belangrijke Antwerpse uitgever die de cartografische traditie uit Antwerpen’s Gouden Eeuw voortzette, zij het ten dele met materiaal van zijn voorgangers: hij kon onder meer van Ortelius’ zuster de koperplaten van de fameuze kaartenmaker kopen en daarmee het Theatrum Orbis Terrarum van Ortelius herhaalde malen heruitgeven.

Het redegezicht van 1610 is dan ook uitzonderlijk in het oeuvre van Vrients. Niet bekend is of hij persoonlijk de prent gegraveerd heeft, of dat hij enkel als uitgever van het werk heeft gefungeerd. Sommige bronnen suggereren dat de plaat is gemaakt door Hans Rem die in 1606 ook een groot aangezicht van Amsterdam maakte.

Vrients overleed in 1612. Zijn materiaal werd publiekelijk geveild in april van dat jaar. De koperplaten van Ortelius werden gekocht door Balthasar en Jan Moretus, maar andere liefhebbers waren eveens komen opdagen. De koperplaten van het redegezicht moeten de weg naar het Noorden hebben gevonden. Op bepaalde afdrukken komt de naam van plaatsnijder Johannes Loots (1630) uit Amsterdam voor, ook zijn er exemplaren bekend met de naam van Claes Jansz Visscher (1652).

Dit exemplaar zonder naam van een uitgever moet na 1652 zijn verschenen.

Literatuur: zie Holstein XLIX, 61; Delen “Iconographie van Antwerpen” 613

Prijs: Euro 16.500,-