Leiden, Noordeinde – Willem Lodewijk Andrea, ca. 1860
NOORDEINDE TE LEIDEN Tekening in potlood en aquarel vervaardigd rond 1860 door Willem Lodewijk Andrea (1817-1873). Gesigneerd in potlood rechtsonder…
Lees verder
NOORDEINDE TE LEIDEN
Tekening in potlood en aquarel vervaardigd rond 1860 door Willem Lodewijk Andrea (1817-1873). Gesigneerd in potlood rechtsonder “andreae f.” Afm. 16,5 x 18,2 cm.
In de 17e eeuw had Leiden grote bloei gekend, mede dankzij de impuls die vluchtelingen uit Vlaanderen gaven aan de textielnijverheid. In de Gouden Eeuw was Leiden na Amsterdam de grootste stad van Holland. De bevolkingsgroei maakte een aanleg van nieuwe grachten en singels noodzakelijk. Een aantal van de middeleeuwse stadspoorten werd vervangen, daarbij ook de Wittepoort door stadsbouwmeester Arent van ‘s-Gravesande.
In de 18e eeuw raakte de textielnijverheid in verval. Het gevolg was een gestage daling van het inwonertal van Leiden en bereikte omstreeks 1815 een dieptepunt van 27.000. In 1866 werd de stad getroffen door de laatste grote cholera epidemie.
In de 19e eeuw zou er verbetering optreden in de zwakke sociaal-economische situatie van de stad, mede dankzij de spoorlijn van Haarlem via Leiden naar Den Haag, maar het aantal inwoners was omstreeks 1900 nog steeds niet ver boven de 50.000 opgeklommen.
Links in de straat de tapperij van ”’t Haagsche en Delftsche Veerhuis” aan de overkant een winkel in “tabak, snuif en sigaren”. Links achter de poort zien we nog net korenmolen De Lely die evenals de Wittepoort werd afgebroken in 1864. (Tot 1730 stond op deze zelfde plek de molen De Rijn, de molen van de vader van Rembrandt.) Ten noorden naast de Witte Poort stond tot in de 19e eeuw een kazernegebouw, op de tekening is daarvan een stuk van de gevel te zien.
Prijs: VERKOCHT