De Staatse vloot bij Philippine – Hendrik Cornelisz. Vroom, 1600

” Ectypoma classis bis mille octingentarum navium Ductore Illustrissimo Principe Mauritio Nassovio in Flandriam appulsae. XXII. Juny. M.VI.C.” (Afbeelding van…

Lees verder

16.500

Ectypoma classis bis mille octingentarum navium Ductore Illustrissimo Principe Mauritio Nassovio in Flandriam appulsae. XXII. Juny. M.VI.C.(Afbeelding van de vloot van tweeduizend achthonderd schepen onder leiding van de zeer illustere Prins Maurits van Nassau, aangekomen in Vlaanderen op 22 juni 1600.) Kopergravure (mogelijk) vervaardigd door Robert Baudoes naar een tekening van Hendrik Cornelisz Vroom en uitgegeven door Claes Jansz. Visscher. Afm. 38,8 x 98,6 cm.

In het jaar 1600 waren de Nederlanden verwikkeld in de Tachtigjarige Oorlog.

Op deze imposante gravure zien we de landing van de vloot van Prins Maurits van Nassau bij Philippine – een episode voorafgaand aan de bekende slag bij Nieuwpoort in juli 1600. Hij werd vervaardigd in opdracht van de Staten-Generaal en opgedragen aan Prins Maurits.

De tekening en prent leverden Vroom de nodige inkomsten op. Voor de opdracht van de ontwerptekening ontving hij van de Staten-Generaal in november 1600 een betaling van 150 gulden. Een jaar later beloonde het Haarlemse stadsbestuur de kunstenaar met 60 pond voor zijn schenking van enkele exemplaren van de gravure. Voor de prenten die Vroom aanbood aan de Staten van Holland ontving hij 100 pond. We mogen ervan uitgaan dat ook andere Hollandse steden, evenals waarschijnlijk Prins Maurits zelf, exemplaren van de gravure bij de kunstenaar hebben afgenomen.

Vroom maakte de ontwerptekening kort nadat de landing bij Philippine had plaatsgevonden. In mei 1600 ontving Prins Maurits als opperbevelhebber van het Staatse leger opdracht van de Staten-Generaal een veldtocht te ondernemen langs de kust van Vlaanderen om Vlaamse kapers, die hun thuisbasis hadden in Duinkerken en de Hollandse handels- en vissersvloot veel schade toebrachten, uit te schakelen. Een tweede doelstelling was Duinkerken op de Spanjaarden te veroveren. Deze opdracht vereiste een grootschalige en risicovolle militaire expeditie in vijandelijk gebied – de Vlaamse kust was met uitzondering van Oostende in Spaanse handen – waaraan de Prins dan ook met tegenzin begon. Het beleg van Duinkerken kon bovendien pas beginnen nadat het meer noordelijk gelegen Nieuwpoort ingenomen was. Om beide steden vervolgens te behouden moest een grote krijgsmacht in Vlaanderen op de been worden gehouden.

De voorstelling van Vroom stelt het begin van deze militaire expeditie voor. De troepenverplaatsing zou grotendeels via het water en deels over land plaatsvinden. Half juni verzamelde Maurits een ongekend grote strijdmacht bij het Fort Rammekens op Walcheren. Op 19 juni lagen ongeveer 1300 schepen klaar om zo’n 13.000 infanteriesoldaten, 2700 ruiters en 2300 ondersteunende werkkrachten naar Vlaanderen te brengen. Omdat de wind niet meewerkte, voer de vloot niet naar de Vlaamse kust – zoals aanvankelijk de bedoeling was – maar verplaatste deze zich in zuidoostelijke richting over de Westerschelde. Schuin aan de overkant werd aangelegd bij het vestingstadje Philippine in Zeeuws-Vlaanderen om van daaruit over land, door Vlaanderen, richting Nieuwpoort te trekken. De landing bij Philippine en de ontscheping van troepen en materieel vond plaats op 21 en 22 juni 1600. Ook leden van de Staten-Generaal reisden met de tocht mee, op aandringen van Prins Maurits en omdat zij hoopten in het kielzog van diens troepen contributie te kunnen innen in Vlaamse dorpen en steden. Ongetwijfeld heeft de aanwezigheid van deze Statenleden ertoe bijgedragen dat de Staten-Generaal de landing bij Philippine op een prent lieten weergeven.

De gebeurtenis is gedrukt op twee aan elkaar gemonteerde vellen papier. Een zeer groot aantal schepen, met naar achteren toe een dicht opeengepakte massa van zeilen en masten, toont de enorme omvang van deze militaire operatie. Opvallend is de grote hoeveelheid binnenvaartuigen, die door het Staatse leger was ingehuurd om oorlogsmaterieel en voorraden te vervoeren. Het schip in het midden van het linker blad en te midden van andere schepen, met de grote vlag met wapen aan de mast en met de grote lantaarn op de achtersteven, is het jacht van Prins Maurits. In de achtergrond, op het linker blad, zijn de verdedigingswerken van Philippine uitgebeeld, waar een kampement is opgeslagen en troepenbewegingen te zien zijn. Van daaruit trekken Maurits’ soldaten over een dijk landinwaarts. De strook op de achtergrond toont de Zeeuws-Vlaamse kustlijn, van Sas van Gent links tot IJzendijke en Biervliet geheel rechts.

Vrooms weergave van deze beroemde gebeurtenis is een indrukwekkend bewijs van het belang van de zeemacht voor Prins Maurits. De soldaten die zich op het land organiseren in compagnieën vormen een klein, maar belangrijk onderdeel van de voorstelling. Hun discipline contrasteert met de grote, drukke vloot die op de voorgrond manoeuvreert. Vrooms karakteristieke vogelvluchtperspectief omvat actie die aan de bovenkant wordt afgebakend door een landstrook, maar het gezichtspunt ligt eigenlijk veel lager. Het land in de verte krijgt betekenis en diepte; het fungeert niet alleen als toneelgordijn. Land en zee zijn in harmonie en leggen nadruk op het onderwerp van de voorstelling. De schepen lijken niet simpelweg op het zeeoppervlak geplaatst, maar ze ploegen door het water, in plaats van dat ze er op een cartografische manier als kartonnen ornamenten zijn opgeplakt.

De uitdaging voor Vroom was dat het onderwerp niet uit botsende partijen bestond, maar bestond uit een verenigde vloot op een relatief statisch moment. Zoals elke zeeman, wist Vroom dat schepen, zelfs in een ‘stille’ formatie, blijven bewegen. Net als paarden moeten schepen onder controle worden gehouden. In deze beteugelde energie ligt het meesterschap van deze voorstelling. Door het lage gezichtspunt lijken de schepen dicht in de buurt van de toeschouwer te komen. Hun directe aanwezigheid is tastbaar. Vroom dramatiseerde het evenement verder door de invasievloot aan de rechterkant af te snijden, wat suggereert dat we slechts het centrale deel van de vloot zien.

Deze voorstelling is van groot kunsthistorisch belang. Ze transformeerde de Nederlandse marineschilderkunst. Vroom kwam tot een nieuwe oplossing in de weergave van een beslissende gebeurtenis. Vroom creëerde een krachtig en inventief meesterwerk met weinig voorbeelden om op terug te vallen. Zijn vaardigheid om nauwkeurig verhalend weer te geven wordt hier bewezen. Tijdgenoten konden zijn voorbeeld volgen, maar nooit het niveau bereiken met dezelfde balans tussen duidelijkheid en dramatiek die zijn werk onderscheidt.

Vroom geeft minutieus elk object weer. Ondanks een woud aan scheepsmasten heerst er een gevoel van orde in de vloot. ook zeilen en tuigage worden ragfijn weergegeven. Zelfs een kalme zee klotst onrustig tegen de boten en schuimt wanneer ze door de golven gaan.

Hij verkent lichteffecten door een sterk strijklicht af te beelden in contrast met schaduw. Details kunnen opmerkelijk subtiel zijn, zo weerspiegelen de boten die op de voorgrond varen in het water en zien we rookpluimen en de ontelbare zeelieden en soldaten aan boord van elk schip. Ook het verre kustgebied van Vlaanderen met zijn strandfortificaties is indrukwekkend weergegeven. Een nauwkeurigheid die we terugzien in de topografische gravures van Pieter Bast en Claes Jansz. Visscher.

Hendrik Cornelisz Vroom (1562-1640) was de leidende figuur in de eerste fase van de Nederlandse marineschilderkunst en wordt terecht beschouwd als de vader ervan. Hij begon zijn carrière op het juiste moment, toen er vrijwel geen beoefenaars waren in dit nog piepjonge vakgebied. Hij was daarnaast een getalenteerde kunstenaar en wist zijn maritieme expertise met een overtuiging en verbeeldingskracht te benutten die zijn opdrachtgevers direct erkenden. In het weergeven van schepen was Vrooms nauwkeurigheid legendarisch. Hij domineerde daarmee de marineschilderkunst in de eerste twintig jaar van haar ontwikkeling.

Onder de voorstelling een lofdicht op Prins Maurits, de held van het verhaal. Waarvan de Latijnse dactylische hexameters als volgt kunnen worden vertaald (met dank aan Caroline Fisser):

“Zie hoe deze prachtige voorstelling schepen uitgerust met wapens en mannen toont, dit werk dat een meesterlijke hand met de goddelijke kunstvaardigheid van Pallas heeft geschilderd: en hoe de vloot over de volle zee de Vlaamse steden met het Bataafse volk gaat verbinden. Nadat de zon de middelste baan van de hemel had bereikt, gaven de Nederlanders de zeilen (aan de wind) vanaf de kust van het Zeeuwse land, onder jouw leiding, Maurits: de hele zee weerklinkt van het geschreeuw voor onze ogen en de kusten bruisen door het toestromen van omstanders, zoals wanneer mieren een grote hoop spelt plunderen; alles gloeit rondom van activiteit. Wanneer weldra de zeilen de winden roepen, weldra, nadat het kabeltouw losgemaakt is, de voorstevens losgerukt worden, snellen zij weg op de schuimende golven. En moge het je niet tot zorg zijn andermans koninkrijken binnen te vallen of met geweld geroofde buit naar de kust te slepen of uit huis en haard bruiden weg te rukken en kuise mensen schandelijke verkrachtingen aan te doen of bij onschuldige kinderen voor de ogen van de huilende ouders met wrede speerpunt de borst open te rijten, met moordpartijen en wapengekletter te keer te gaan in de steden en de akkers.

Literatuur:

  • Frederik Muller (1863-1882) “Nederlandsche historieplaten”, nr. 1132 (“hóógst zeldzame prent”).
  • Atlas Van Stolk “De Nederlandse geschiedenis in beeld”, nr. 1081
  • Hollstein’s Dutch & Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts ca. 1450 – 1700, vol. XLIX, nr. 1
  • Margarita Russell (1983) “Visions of the sea : Hendrick C. Vroom and the origins of Dutch marine painting”, pp 145/46, figs. 132a-b
  • George Keyes (1975) “Cornelis Vroom. Marine and landscape artist”, vol. I pp. 24-25.

Prijs: Euro 16.500,-